MEDEMBLIK – Donderdagavond vergaderd de gemeenteraad van Medemblik over de begroting 2021.. Er zullen diverse moties en amendementen gaan worden ingediend door de partijen in de raad. Zo ook door Progressief Westfriesland. Fractievoorzitter Siem Zeilemaker maakt zich al langere tijd zorgen over de kosten havens in Medemblik en de waterwegen in de gemeente Medemblik. Daarom zal Zeilemaker donderdagavond ook een motie gaan indienen. Deze leest u hieronder:
De raad van de gemeente Medemblik, in de vergadering bijeen op 19 november 2020;
Gelet op artikel 34 van het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Medemblik 2019,
Constaterende dat:
- de cijfers (x 1000) in de begroting voor “Econ. havens en waterwegen” als volgt zijn:
- 2019 -301
- 2020-614
- 2021-734
- 2022-756
- 2023-755
- 2024-738
- er dus een zwaar oplopend tekort is dat in 5 jaar met meer dan € 400.000 stijgt;
- dit gaat om de kosten die direct via de begroting ten laste van de bevolking komen;
- bij het op afstand zetten van de havens middels Stadshavens BV in 2015 is besloten onderdelen te splitsen naar zaken die direct met watersport te maken en hebben en andere kosten.
Overwegende dat:
- onduidelijk is welke kosten voor rekening van Stadshavens of anderen komen;
- de splitsing van de kosten discutabel lijkt;
- het onduidelijk is hoe het in stand houden van een waterweg zich verhoudt tot de exploitatie van de havens;
- de exploitatie van de havens ondoorzichtig is;
- het daarom goed is hier openheid over te betrachten;
- door inventief met de havens om te gaan de kosten voor onze inwoners drastisch kunnen worden teruggebracht.
Draagt het college op:
- alle kosten en opbrengsten van de havens en waterweg uitgesplitst onder de aandacht te brengen van de raad;
- duidelijk te maken wat de verplichtingen en de daarbij horende kosten zijn van de doorgaande vaarweg;
- een onderzoek in te stellen naar kostenbeheersing en opbrengstverhoging van de havens;
- hierbij alle denkbare mogelijkheden te bespreken met de raad;
- als voorlopig uitgangspunt te nemen een tekort van max € 300.000,- waarbij de besparing in de komende jaren tot € 400.000,- kan oplopen.