MEDEMBLIK – Minister Stientje van Veldhoven (Wonen) gaat de teugels in handen nemen en de provincies en gemeenten dwingen huizen te gaan bouwen. Elk jaar moeten er 75.000 woningen bijkomen in Nederland maar nieuwbouwprojecten komen niet van de grond door diverse oorzaken.
,,Als de lagere overheden er niet uitkomen, dan zal ik deze overheden gaan dwingen om te gaan bouwen, als met moet via wettelijke bevoegdheden,” als dus de minister in een brief aan de Tweede Kamer.
In de brief schrijft de minister verder: ,, De bouwsector heeft de afgelopen jaren stevige groeicijfers behaald en in 2019 is de hoogste nieuwbouwproductie van het afgelopen decennium behaald. Tegelijkertijd laten nieuwe cijfers van het CBS zien dat de bevolking sneller toeneemt dan verwacht, en dat dit de komende jaren aanhoudt. Daar komt bij dat het aantal verleende vergunningen voor woningbouw, mede door de stikstofcrisis, is afgenomen. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) verwacht in 2020 en 2021 een afname van de woningproductie met zo’n vijf procent. Het zal de komend jaren een uitdaging zijn om de gezamenlijke ambitie van 75.000 woningen per jaar, die in 2018 en 2019 gehaald is, vast te houden. Terwijl in het licht van de hoger dan verwachte bevolkingstoename en de naar schatting omvangrijke stijging van het aantal dak- en thuislozen, juist nog meer extra woningen nodig zullen zijn. Het leidt ertoe dat een onacceptabel hoog aantal mensen geen (eigen) huis heeft. Voor 2030 moet er op elke 7 tot 8 huizen in Nederland één huis bijkomen, in de grote steden zelfs één op elke 5 woningen.”
[penci_blockquote style=”style-2″ align=”none” author=”Minister van Veldhoven”]Ik zet nog steviger in op het bijbouwen van woningen. De vrijblijvendheid van gestelde ambities en gemaakte afspraken moet eraf.[/penci_blockquote]
De oplopende druk op de woningmarkt maakt dat binnen deze aanpak een versnelling nodig is. Er is een flinke stap extra nodig, zowel waar het gaat om locaties die snel kunnen worden ontwikkeld als om locaties die op iets langere termijn beschikbaar komen, zowel voor de realisatie van reguliere woningbouw als voor flexwoningen.
Lees ook: Peiling: Containerwoningen als oplossing voor woningzoekenden
,,Ik verwacht van alle partijen dat zij alles op alles zetten om tot de afgesproken doelen te komen. Gemeenten en provincies zijn als bestuurlijke partners in het fysieke domein hierin een onmisbare schakel. Zij hebben de rol en de bijbehorende bevoegdheden om op regionaal en lokaal niveau de woningbouw van een impuls te voorzien. Het kabinet zet in op het oplossen van vertraging op de korte termijn en op voldoende plancapaciteit en locaties op de wat langere termijn. Ik reken erop dat de provincies daarbij zorg dragen voor een robuuste plancapaciteit voor woningbouw op basis van het verwachte woningtekort. In de regio’s met de grootste opgave is een plancapaciteit van 130% van de woningbehoefte tot 2030 daarbij het uitgangspunt. Het gaat dan in elk geval om de Woondealregio’s. In de woondeals zijn al afspraken gemaakt over de plancapaciteit, en zijn concrete locaties aangewezen,” gaat de minister verder in haar brief
Met de woningbouwimpuls is € 1 miljard beschikbaar voor de bouw van duizenden betaalbare woningen voor starters en mensen met een middeninkomen, prioritair in de grote stedelijke regio’s waar de vraag naar woningen het hoogst is. Conditionaliteit en additionaliteit zijn daarbij kernprincipes: om een Rijksbijdrage te kunnen krijgen uit de woningbouwimpuls moet een regio voldoen aan het versnellen van de bouw, het vergroten van het aantal nieuwbouwwoningen in een project en het vergroten van de betaalbaarheid van die woningen voor starters en mensen met een middeninkomen.
Lees ook: Provincie vernietigt met 1 pennenstreek kans op nieuwbouw Abbekerk
,,Ik verwacht van regio’s dat ze voldoen aan de afspraken over de woningbouw, zoals het hebben van 130% plancapaciteit, dat medeoverheden voor de helft co-financieren en dat zij voldoende bouwlocaties beschikbaar stellen. Het niet op orde hebben van deze afspraken kan aanleiding zijn om een beroep op de woningbouwimpuls te weigeren. Zo bouwen we meer en sneller betaalbare woningen voor starters en mensen met een middeninkomen,” besluit de minister in haar brief.