MEDEMBLIK – De provincie heeft, als toezichthouder, geoordeeld dat de gemeente Medemblik haar taken ten aanzien van vergunningverlening, toezicht en handhaving over 2020 ‘niet adequaat’ heeft uitgevoerd. In normaal Nederlands betekent dat: ‘niet zoals het hoort’.
In een aan burgemeester en wethouders gezonden brief gaat het provinciebestuur op de diverse onderdelen van zijn oordeel in. Opvallend is de zorg die wordt geuit over een tijdige invoering van de nieuwe Omgevingswet. Daarbij wordt ook richting de gemeenteraad een kritische opmerking gemaakt: de raad heeft bij de Kadernota voor de begroting 2021 gesproken over ‘het temporiseren van de implementatie van de Omgevingswet’. En dat betekent in gewoon Nederlands dan weer dat het met die invoering wat rustiger aan zou kunnen worden gedaan. Mogelijk heeft dit verband met het zoveelste uitstel van de invoeringsdatum van die wet.
Geert Mos, van de fractie D66, wil in schriftelijke vragen van het college onder meer weten wat de consequenties van de provinciale brief zijn, met name waar het gaat om mogelijke juridische gevolgen voor de verantwoordelijkheden die de raad als gemeentebestuur draagt. Ook wil Mos weten wat BenW aan de situatie willen gaan doen en of de raad periodiek goed op de hoogte kan worden gehouden van de stand van zaken.