Buiten het broedseizoen
Op locaties met broedende vogels en/of beschermde soorten maait het Hoogheemraadschap bij voorkeur buiten het broedseizoen (15 maart tot 15 juli). Waar het maaien vanwege de verkeers- of waterveiligheid noodzakelijk is, laten ze tijdens het broedseizoen ten minste de helft van de vegetatie staan. Vogels, amfibieën, reptielen, vlinders en andere diersoorten kunnen zich dan vestigen in de overgebleven vegetatie. Ook inspecteren zij vooraf de dijken om vast te stellen of er broedende vogels zijn. Aanwezige nesten worden voor het maaien gemarkeerd en bij het maaien ontzien. Een andere strategie is de vegetatie van bepaalde wegbermen en dijken kort houden aan het begin van het broedseizoen zodat vogels er niet gaan nestelen.
Veiligheidsronde wegbermen
Het maaibeleid voor gazons, smalle bermen en andere intensief gebruikte en beheerde plaatsen blijft hetzelfde. Op die locaties worden maaiwerkzaamheden gedurende het gehele jaar gepland, mits tijdens de werkgang goed wordt gelet op broedende vogels en andere beschermde soorten. Dit geldt ook voor de veiligheidsronde van wegbermen in mei waarbij de eerste 1,5 meter vanaf de weg wordt gemaaid.
[signoff]