MIDWOUD – Het is winter en Jordy van Workum is een jaar of acht, misschien negen. De wateren rond Medemblik zijn dichtgevroren.
Op de sloten wordt druk geschaatst door de jeugd. Na vele matige winters schaatsen veel kinderen voor het eerst op natuurijs. Zo ook de lange, ietwat slungelige Jordy. Hoewel hij duidelijk niet overloopt van talent, heeft hij er wel enorm veel plezier in en hij besluit, op aandringen van zijn moeder, het voorjaar daarop skeelerlessen te volgen bij de plaatselijke vereniging. Tien jaar later is Jordy van Workum wereldkampioen.
In Nederland, voor eigen publiek, werd Jordi van Workum in 2018 wereldkampioen op de afvalkoers bij de junioren. Op 6 juli liet hij de hele wereld achter zich. Daarmee zette hij een prestatie neer van formaat; slechts eenmaal eerder had een Nederlander dat weten te presteren. Een wereldtitel bij de junioren. Het had overigens niet veel gescheeld, of Jordy had helemaal niet deelgenomen aan het NK door een zware valpartij enkele maanden eerder. Maar Jordy vocht zich er, zoals hij dat altijd doet, doorheen en kwam als sterkste bovendrijven.
Opa en oma uit Medemblik
Jordy van Workum werd geboren in Hoorn, maar verhuisde na de scheiding van zijn ouders naar Medemblik. Met zijn moeder trok hij in bij zijn opa en oma.
Jordi van Workum: “Na de scheiding hadden we het niet breed en we moesten wel naar mijn opa en oma. Van de scheiding en mijn eerste twee jaar in Hoorn weet ik eigenlijk niks meer, wat ook niet zo gek is natuurlijk. Ik ben opgegroeid bij mijn opa en oma, samen met mijn moeder. Ik had ineens twee moeders en mijn opa was als een vader voor me. Ik heb dan ook aan niks te kort gehad.”
Met zijn vader was er weinig contact en dat is nog steeds zo. Op zijn elfde verhuisde Jordy naar Midwoud, waar zijn moeder en stiefvader nog steeds wonen met Mees, Jordy’s broertje.
“Ik woon nu al meer dan een jaar in Heerenveen, maar thuiskomen in Midwoud voelt nog altijd als ‘echt’ thuiskomen. Lekker ouwehoeren met mijn broertje en thuis is het altijd fijn. Ik mis Mees altijd heel erg, en hij mij ook. Dat is soms best weleens moeilijk.” Wanneer Jordy in Noord-Holland is, gaat hij ook vaak langs oma. “Mijn opa is er niet meer. Hij overleed op 15 januari 2017.” De goedlachse Jordy wordt er even stil van als hij de datum noemt die in zijn geheugen geprent lijkt. “Hij was als een vader voor me, ik heb het er heel erg zwaar mee gehad. Het doet nog steeds pijn. Als het even kan ga ik bij oma langs.”
Stiefvader Gerard gaat bijna altijd mee
Met zijn biologische vader heeft Jordy al een tijdje geen contact gehad. “Geen behoefte aan”, is zijn antwoord en het is duidelijk niet zijn favoriete gespreksonderwerp. “Het is niet zo dat we helemaal geen contact hebben. Mijn moeder zegt wel regelmatig dat ik er even langs moet gaan, maar dat doe ik dan niet. Het komt ook wel vanuit mezelf dat er weinig contact is, maar ik vind dat de bal bij hem ligt. Hoeveel wedstrijden rijd ik per jaar? Nou, heel veel en hij komt nooit kijken. Ik snap dat niet, zoveel moeite kan dat niet zijn.” Na zijn wereldtitel stuurde zijn vader wel een berichtje. Het ging goed met hem, zei hij. Jordy haalt daarbij vertwijfeld zijn schouders op. “Ik vind het prima zo, hoor. Het is goed. Nu heb ik Gerard, mijn stiefvader.”
Gerard is sinds zijn vijfde al in Jordy’s leven en op het moment dat hij begint over zijn stiefvader komt er een brede lach op zijn gezicht. “Dat gaat echt super goed en hij is onwijs gek op sport en gaat overal met mee heen. Ik heb nu mijn rijbewijs en hij hoeft er echt niet altijd te zijn, maar toch gaat hij bijna altijd mee. Hij heeft liefde voor de sport.”
“We gaan helemaal los”
Sinds juli 2017 woont Jordy in Heerenveen. Hij woont daar samen met de Australische schaatser Daniel Greig en sinds kort ook met schaatser Yves Vergeer. In het begin was het behoorlijk wennen, maar inmiddels voelt hij zich er helemaal thuis. Thuis is hij ook in Heerenveen.
“Vroeger als ik naar Thialf kwam was er altijd een soort wauw-gevoel. Je mocht dan soms een wedstrijd rijden op het supersnelle ijs en je keek je ogen uit. Nu kom ik hier bijna dagelijks en dat moet je dan echt van je afzetten. Ik voel me heus enorm bevoorrecht dat ik hier mag sporten, maar dat wauw-gevoel kun je niet elke dag meenemen.”
Jordy schaatst bij het Friese gewest en naast de schaatstrainingen doet hij ook zijn krachttrainingen bij Thialf. De inline-trainingen vinden veelal op de overdekte piste plaats bij Sportstad. “Ik heb hier alles wat ik nodig heb om te kunnen sporten.” In Heerenveen heeft Jordy ook bijna al zijn vrienden. Bijna allemaal sporters. “Het klinkt misschien gek maar van mijn middelbareschooltijd heb ik slechts nog één vriend overgehouden.”
Net als Jordy leiden zijn meeste vrienden een topsportbestaan en dat betekent dat je goed met je lichaam omgaat, gezond eet, veel traint en op tijd naar bed gaat. Een ruig stappersleven is er dan ook niet bij, maar dat vindt de 18-jarige sporter niet erg. “Ik hou wel heel erg van stappen hoor, maar ik ben heel erg gedisciplineerd. Altijd al geweest. Gezond eten, vroeg slapen en mijn schema’s goed uitvoeren is nooit een probleem geweest. Ik weet wat ik ervoor terugkrijg en dat is het me meer dan waard.”
Op stap gaan met zijn vrienden doet Jordy enkele keren per jaar en dat zijn vaak memorabele feestjes. “De dagen richting het feestje streep ik dan af. Als ik op stap ga, is dat vaak met andere schaatsers en dat maakt het extra leuk, we gaan dan helemaal los. Als je bijna nooit op stap gaat, kan je het beter maar goed doen als je gaat.”
Gouden toekomst
Met een wereldtitel op zak lijkt een gouden toekomst weggelegd voor het multi-talent. Succesvolle inliners die de overstap hebben gemaakt in de schaatssport zijn bijna ellemaal succesvol gebleken. Jordy kent de verhalen, maar blijft er nuchter onder. Niet nuchter op z’n Fries, maar op z’n Noord-Hollands. Relativerend en met een Noord-Hollandse bravoure. “Met het behalen van de wereldtitel heb ik een droom kunnen verwezenlijken. Ondanks een flinke blessure heb ik het toch gehaald en met dat gevoel ga je dan het schaatsseizoen in. Op skeelers wist ik wat ik kon, maar op schaatsen had ik nog weleens twijfels. Ben ik wel echt goed? Dat gevoel heb ik wel een beetje van me afgegooid na de eerste wedstrijden dit seizoen. Ik ben eerste jaar junior A en heb me geplaatst voor de eerste world cup wedstrijden voor junioren. Dat is een mooie stap en ik wil dat graag doortrekken en me plaatsen voor het WK Junioren.”
De jonge schaatser heeft nog twee schaatsseizoen te gaan voor hij de seniorenleeftijd heeft bereikt. Zijn doelen liggen er deze winter en zeker ook in de winter die daarop volgt. Een wereldtitel bij de junioren op de skeelers en op de schaatsen zou heel bijzonder zijn. Een uitzonderlijke prestatie zelfs, maar niet uniek. “Chris Huizinga heeft dat ook gedaan. Hij werd eerst wereldkampioen op de skeelers en een jaar later ook op de schaats. Toen hij echter senior werd, is hij bijna helemaal gestopt met het rijden van skeelerwedstrijden om zich volledig te richten op het schaatsen. Daarin is, zeker in Nederland, meer eer te behalen en ook zeker meer geld te verdienen. Ik kan natuurlijk niet in de toekomst kijken en keur de keus van Chris zeker niet af, maar als het aan mij ligt, blijf ik in de zomer skeeleren en in de winter schaatsen. Iemand als Michel Mulder heeft bewezen dat het mogelijk is voor sprinters om in beide sporten succesvol te zijn. Ik wil bewijzen dat ook iemand op de lange afstanden beide sporten succesvol kan combineren. Maar voor het zover is, heb ik nog een hele lange weg te gaan. Eerst maar eens lekker schaatsen dit seizoen, daarna zien we wel weer.”
Door Jan van Loon
Foto: Mustafa Gumussu
Bron: Grootheerenveen
Reageer