‘Kun je even wachten, want het bruggetje is een beetje smal en dan weet je het wel, hè?’ riep een man met een glimmend hoofd van een afstandje.
Ik keek naar de lijn die hij in zijn handen had. Aan het einde hing een Boxer, die zijn uiterste best deed om zijn baasje in onze richting te trekken. Ik deed een stap opzij, zodat ik van het pad af was en keek naar Yuna, die gelijk ging liggen.
De man met het glimmende hoofd deed zijn uiterste best om zijn hond vast te houden, terwijl deze al grommend op ons af kwam. Ik zette nog een stap opzij, verder het gras in. De Boxer hing volledig in zijn riem, de haren op zijn rug stonden omhoog en zowel zijn lichaamstaal als zijn gegrom maakten duidelijk dat hij geen vriendelijke intenties had.
‘Nou, moet je maar effe snuffelen dan,’ zei de man tegen zijn hond.
‘Nee,’ zei ik resoluut.
De man keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Hoezo niet?’
‘Omdat ik dat niet wil.’
De man keek me minachtend aan, terwijl zijn hond nog steeds in zijn riem hing. ‘Omdat het een Boxer is zeker?’ Hij schudde kort zijn hoofd. ‘Wat is dat toch met mensen? Een beetje die hond afrekenen op zijn ras.’
Nu was het mijn beurt om mijn wenkbrauwen op te trekken. ‘Dat heeft er niets mee te maken,’ zei ik rustig. ‘Uw hond heeft een ontzettend onvriendelijke houding en het is echt geen goed idee om hem nu bij mijn hond in de buurt te laten.’
‘Onvriendelijk?’ riep hij uit, zijn houding nu haast net zo dreigend als die van zijn hond. ‘Die hond doet geen vlieg kwaad!’
‘Vast niet,’ zei ik kalm. ‘Maar ik loop nu door.’ Ik liep met een boog om de man en zijn nog steeds grommende hond heen. ‘Fijne dag.’
Het glimmende hoofd van de man werd knalrood. Hij was kwaad, zag ik, al begreep ik niet goed waarom.
‘Bijdehand kutwijf,’ mompelde hij net hard genoeg.
Ik haalde mijn schouders op en keek naar Yuna, die vrolijk naast me liep.
Plots klonk er een enorm kabaal achter me. Ik draaide me om en zag hoe de man zijn Boxer van een andere hond probeerde af te trekken. De hond op de grond piepte hard.
‘Hou op! Laat los! Laat godverdomme los!’ riep de man met het glimmende hoofd.
De hond liet los en kreeg een harde tik op zijn kop.
‘Wat is er aan de hand?’ hoorde ik een stem naast me vragen. Ik keek op en zag een vrouw geschrokken in de richting van de man en zijn Boxer kijken. ‘Het zijn ook altijd dezelfde honden,’ zei ze hoofdschuddend.
‘Nee, het zijn altijd dezelfde baasjes. Als hij zijn hond ook maar een klein beetje zou kunnen lezen, was dit niet gebeurd.’
De vrouw keek me aan, ‘dat is wel zo, ja.’ Ze keek naar de Teckel aan haar voeten. ‘Toch ga ik dat soort honden liever uit de weg.’
‘Dat begrijp ik wel, maar een Labrador of Golden Retriever kan net zo goed uitvallen. En dat zijn honden waar je waarschijnlijk gewoon op af loopt.’
‘Ja, dat is waar.’
Ik keek op en zag de man met de Boxer op ons af komen. Opnieuw zette ik een stap opzij. De vrouw met de Teckel volgde mijn voorbeeld.
De man liep met zijn staart tussen zijn benen voorbij, het schaamrood op zijn wangen stak fel af tegen zijn verder bleke gezicht. De Boxer hield zijn pas iets in, keek naar Yuna en de Teckel, en gromde diep. De man gaf een harde ruk aan de lijn en wierp zijn hond een vuile blik toe.
‘Lekker hondje,’ zei de vrouw, toen de man voorbij was.
‘Lekkere kerel, bedoel je.’
‘Nou!’ de vrouw lachte. ‘Fijne dag voor jullie.’ Ze gaf Yuna een aai over haar hoofd.
‘Ook voor jullie,’ zei ik met een glimlach.
Ik zag hoe de vrouw wegliep. Het Teckeltje vrolijk huppelend achter haar aan.
‘Ga je mee?’ zei ik tegen Yuna, die het stel nakeek.
Ze keek op, duwde haar neus kort tegen mijn hand en pakte haar frisbee van de grond.
‘Lekker naar huis.’
Nadine Swagerman blogt ook via: ‘wat zij wil‘