Voetbal en reclames zijn al decennia onlosmakelijk verbonden in Medemblik. Van shirtsponsoren tot stadion borden: marketing is een belangrijk onderdeel van de sportbeleving. Sinds de legalisering van online gokken in Nederland is er echter een discussie ontstaan over de wenselijkheid van gokreclames in de sport. Het ‘’Besluit Ongerichte Reclame Kansspelen’’ op afstand (Besluit ORKA) is een overheidsmaatregel om deze reclamevorm aan banden te leggen. Maar betekent dit verbod het einde van gokbedrijven op Nederlandse voetbalshirts, of zijn er manieren om dit te omzeilen?
Vanaf 1 juli 2025 is het verboden om sportsponsoring door gokbedrijven te tonen. Dit is het eindpunt van een traject dat begon op 1 juli 2023. Toen werden reclames op televisie, radio en abri’s al verboden. Op 1 juli 2024 mogen gokbedrijven geen televisie sponsoring en evenementen- of programma ondersteuning meer bieden. De meest ingrijpende beperking volgt nu: geen gokgerelateerde logo’s meer op sportshirts.
Deze maatregel heeft grote gevolgen voor voetbalclubs. Veel clubs waren afhankelijk van gokbedrijven voor sponsorgeld. Tegelijkertijd wil de overheid kwetsbare groepen beschermen tegen te veel gokreclames. In deze blogpost bespreken we de context van de regelgeving, de invloed van de Belgische situatie, en mogelijke manieren waarop gokbedrijven toch actief willen blijven in het Nederlandse betaald voetbal.
De stapsgewijze invoering van reclame verboden
Het reclameverbod voor gokbedrijven komt niet uit de lucht vallen. Sinds de legalisering van online kansspelen in oktober 2021 werd al duidelijk dat de politiek en de Kansspelautoriteit (KSA) nauwlettend gingen toezien op de manier waarop deze sector zich profileert. De ‘open floodgates’ van gokreclames na de legalisering wekten wrevel bij zowel burgers als politici. Wat begon met restricties op TV en radio, groeide langzaam uit tot een aanscherping in verschillende fases.
Op 1 juli 2023 moesten de eerste maatregelen al effect sorteren: reclames voor online gokken werden verboden op de traditionele media zoals televisie, radio en openbare lichtreclames. Vervolgens treedt per 1 juli 2024 een volgend onderdeel in werking: geen sponsoring meer van televisieprogramma’s en evenementen door de goksector. Sportsponsoring, en dus ook shirtsponsoring, is de laatste stap en wordt per 1 juli 2025 verboden. Deze stapsgewijze aanpak is bedoeld om clubs en organisaties de tijd te geven hun financiële huishouding aan te passen.
Critici merken op dat dergelijke maatregelen een doekje voor het bloeden kunnen zijn. Met name clubs die afhankelijk zijn van gokgeld zullen zoeken naar alternatieve routes. Bovendien is er de vraag of er niet steeds nieuwe online initiatieven opduiken die langs de regels proberen te laveren. Desondanks is de intentie van de overheid duidelijk: de consumptie van gokreclames moet worden teruggedrongen om kwetsbare groepen te beschermen en gokverslaving in te dammen.
Internationale invloeden en buitenlandse voetbalcompetities
De immense populariteit van het Engelse voetbal wereldwijd betekent dat de Premier League een uithangbord is voor de goksector en online casino’s. Clubs in Engeland ondervinden momenteel ook groeiende politieke druk om gokreclames te beperken, maar de maatregelen zijn niet zo streng als in Nederland of België. De focus ligt bovendien vaak op Aziatische gokbedrijven, die vooral in hun thuis regio lucratieve markten bedienen.
Nederlandse fans kijken massaal naar deze competities en blijven zo blootgesteld aan hetzelfde fenomeen dat de overheid hier tracht te beperken. De kans is zelfs aanwezig dat een Nederlandse partij besluit om, wanneer het genoeg budget heeft, een sponsordeal te sluiten bij een grote buitenlandse club, puur om daarmee onrechtstreeks de Nederlandse markt te bereiken. Dit omzeilt het binnenlandse reclameverbod.
Het voorbeeld uit de Formule 1 en darts illustreert hetzelfde punt. Ook in die sectoren zijn gokbedrijven prominente sponsoren. Zij zien een kans om wereldwijd een publiek te bereiken en omzeilen daarmee nationale reclame limieten. Zolang er geen internationale regeling komt, blijft de handel in gokreclames een mondiale aangelegenheid, waarbij een nationaal verbod slechts ten dele effectief kan zijn.
De toekomst van gokreclame in Europa
Veel partijen, waaronder enkele politici in Nederland en België, pleiten voor een Europese aanpak. Een gemene deler in de Europese Unie kan voorkomen dat landen op zichzelf verstrikt raken in een wirwar van nationale regelgevingen die slim omzeild worden. Het zou betekenen dat reclameverboden op continentale schaal worden toegepast, waardoor sluiproutes via buurlanden of dochterondernemingen in andere landen lastiger worden.
Toch is een EU-brede harmonisatie niet eenvoudig. Elk land heeft zijn eigen jurisdictie en cultuur rondom gokken, en bovendien zijn de inkomsten uit gokbelasting in sommige landen van groter belang dan in andere. Daarnaast vergt iedere wetswijziging politiek draagvlak én tijd. Hoewel de VVD recent heeft geopperd om afspraken op Europees niveau te organiseren, is er geen garantie dat ketens van gokbedrijven niet een nieuwe uitweg vinden.
Ondertussen moeten clubs in de Eredivisie en daarbuiten beslissen hoe ze zich financieel staande houden als de geldinjecties vanuit online gokbedrijven wegvallen. Zij zoeken wellicht naar creatieve oplossingen. Tegelijkertijd vraagt de maatschappij om bescherming van kwetsbare groepen tegen de risico’s van kansspelen. Allerlei factoren maken duidelijk dat het onderwerp de komende jaren op de politieke agenda blijft staan. Het einde van het debat over gokreclames is nog lang niet in zicht.