REGIO – Versterking van het maatschappelijk weefsel en tegengaan van ongelijkheid. Dat zijn twee belangrijke thema’s uit de Troonrede. P10-voorzitter Ellen Nauta is blij met de aandacht voor de verschillen.
“Die zijn er niet alleen tussen mensen, maar ook tussen regio’s.” Nauta refereert daarmee aan recente onderzoeken. Die laten zien dat er ongewenste verschillen tussen regio’s in Nederland zijn ontstaan.
Nauta: “Er is sprake van een neerwaartse spiraal van verschraling in landelijke gebieden. Het kabinet heeft de afgelopen jaren vooral economisch rendement voorop gesteld. Wij dagen het nieuwe kabinet uit om uit te gaan van maatschappelijke effectiviteit. Niet alleen te investeren in gebieden die al sterk zijn, maar alle regio’s mee te laten tellen.” Een stevige visie voor de lange termijn en structurele financiering zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden, vindt Nauta.
Onderlinge verbondenheid
Ook het maatschappelijk weefsel is een thema uit de Troonrede dat de P10-voorzitter aan het hart gaat. “Juist op het platteland is nog sprake van verbondenheid maar plattelandsbewoners voelen zich steeds vaker niet gehoord door de Rijksoverheid. Dat leidt tot weerstand waardoor de onderlinge verbondenheid afneemt.
En juist dat is nodig voor een sterk maatschappelijk weefsel.” De verbondenheid staat ook onder druk door de afname van voorzieningen: ”Het is nodig dat mensen elkaar kunnen ontmoeten en gezamenlijk initiatieven voor de versterking van de leefbaarheid kunnen ontwikkelen. Dat gaat verder dan het terugbrengen van de bibliotheek.”
Zorg voor iedereen
De koning gaf in de Troonrede ook aan te willen investeren in zelfstandige woonruimte voor ouderen. Nauta: “Zo lang mogelijk thuis wonen is een grote wens van de overheid, maar heeft ook nadelige bijeffecten. Veel mensen vereenzamen, vooral als de kinderen ver weg wonen. In plaats van te bezuinigingen op het vastgoed van verpleeghuizen, is het wenselijk na te denken over alternatieve woonvormen voor ouderen. Extra woningen, revitalisering van de bestaande woningvoorraad en doorstroming is hard nodig met aandacht voor het specifieke karakter van het platteland.”