Afgelopen zaterdag las ik in een artikel met als titel: ‘Lachen blijven minister.” De strekking van het artikel: vier bewindslieden (Hugo de Jonge, Wouter Koolmees, Carola Schouten en Tamara van Ark ) vertellen over het lopen op hun tandvlees, over hoe hun privésituaties lijden onder het overwerk en waar van ze blij worden tijdens hun wekelijkse relaxmoment.)
Vier veertigers die met een enorme gedrevenheid zich inzetten voor het belang van ons land en naast hun werk geen tijd hebben om zich te ontspannen. Er wordt gehandeld in een permanente crisis en dat doet wat met ministers, die ook moeten denken aan hun eigen welzijn. Werkweken van 70 tot 100 uur worden als normaal ervaren. In de frontlinie wordt ongelooflijk hard gewerkt en gelukkig is er zicht op het einde van deze donkere tunnel. Als je dan ’s avonds naar al die talkshows kijkt lijkt het wel of er niets goed gaat en dat Nederland een achterstandsland is. Wat zijn wij toch een land van populistische negatievelingen. Iedereen aan tafel weet wat er niet goed is en ik hoor nooit van iemand iets in de richting van andere oplossingen of mogelijkheden.
Hopelijk zijn we snel verlost van al die betweters die wel weten hoe het moet. Chapeau voor al die ministers (politici) die samen met enorme ondersteuning van ambtenaren en instanties ons weer leiden naar betere tijden.