WOGNUM –Tijdens de sanering van de Westerhaven in Medemblik zijn bij het uitbaggeren tien historische mortiergranaten gevonden. Zeven daarvan konden worden bewaard en zijn vanaf maandag 3 december te zien in een kleinschalige expositie in het gemeentehuis in Wognum (gebouw Noord).
Vanaf 1603 was Medemblik de marinebasis van de Westfriese Admiraliteit. De steden Hoorn, Enkhuizen en Medemblik droegen bij aan het bouwen, uitrusten, onderhouden en bemannen van de vloot. Met oorlogsschepen werd gevochten tegen de vijand. De Westfriese marine was gevestigd in gebouwen langs de Westerhaven en Pekelharingshaven. In de pakhuizen op de kade lag het geschut, kruit en munitie die nodig was voor de vloot. De zee-soldaten moesten de mortieren doorgaans op het dek van een deinend bombardeerschip laden en afschieten op een vaststaand doel.
Tekst gaat verder onder de foto’s
De gevonden mortiergranaten zijn tussen de 200 en 350 jaar oud en lagen diep in het slib van de haven. Het zijn vooral 100-ponders die daardoor ongeveer 50 kg per stuk wegen. Ze rolden destijds vermoedelijk van de kade of vanaf het oorlogsschip in het water van de haven en bleven daar liggen. De gevonden mortiergranaten zijn nooit gebruikt, niet geladen en volstrekt ongevaarlijk.
De in Medemblik ontdekte collectie mortiergranaten is archeologisch gezien vooralsnog de grootste van Nederland. Wethouder cultuur Harry Nederpelt opende de expositie onofficieel op de eerste dag: “Een interessante vondst, en een tastbare herinnering aan hoe het leven in de haven van Medemblik er ooit uitzag. Tegelijkertijd ook een waardevolle bijdrage aan de verhalen van Medemblik, die we onze inwoners en bezoekers maar wat graag vertellen”. Tot 1 februari 2019 is de expositie voor iedereen te bekijken in de hal van het gemeentehuis te Wognum (gebouw Noord).
Reageer