Mijn brein is een soort stuiterbal. Of eigenlijk is mijn brein óf een stuiterbal, óf gefocust op slechts één ding. Dus ik kan mij óf nergens op concentreren en bedenk 100 dingen per minuut, of ik ben langere tijd slechts met één ding bezig waar ik dan maar moeilijk “uitkom”. En dan zijn er nog die zeldzame momenten waarop ik rust heb in mijn hoofd en volledig “hier” ben.
De werking van mijn brein is soms lastig. Niet alleen voor mij, maar zeker ook voor de mensen om mij heen. De laatste dagen was ik bezig met een nieuw project, waardoor mijn brein enkel daarop gefocust was. En dan is het knap lastig om een gesprek met mij te voeren.
‘Liefje, wat wil je eten?’
Geen reactie.
‘Hallo?’
Stilte.
‘Nadien?’
‘Hè?’ ik keek op van mijn laptop. ‘Wat?’
‘Wat je wil eten,’ zuchtte ze.
Nog voor ik antwoord had gegeven, was mijn blik alweer op mijn laptop gericht.
‘Hallo! Mag ik alsjeblieft even je aandacht?’
‘Ja, wat is er?’
‘Zeg eens wat je wil eten.’
Het duurt gemiddeld een minuut of twee voordat zij mij uit een focus krijgt. En als ik niet letterlijk aan het werk ben, ben ik dat in mijn hoofd wel. Ik sta ermee op en ga ermee slapen. En dat is soms lastig, want daardoor ben ik afwezig in het echte leven.
Vandaag ben ik die focus kwijt. Vandaag is mijn hoofd een stuiterbal, omdat ik gisteravond tijdens het poetsen van mijn tanden plotseling een nieuw idee kreeg. Een nieuw idee voor een verhaal, dat ik direct in één van mijn notitieboekjes noteerde. En dan ontstaat er dus chaos in mijn hoofd. Want ik wil werken aan mijn huidige project, maar ook aan het nieuwe idee. En dan spelen er ook nog honderden andere dingen in mijn hoofd. En ja, dat is vermoeiend.
Als ik in een stuiterbal modus zit, zou bovenstaand gesprek ongeveer zo gaan:
‘Liefje, wat wil je eten?’
‘Maakt me niet uit. Broccoli. Of sperziebonen. Of ik lust ook wel een salade. Of een patatje. Lekker een patatje. Of pizza. Pizza is ook lekker. Heb jij trouwens de was opgehangen?’
‘Ja, dat heb ik gedaan. Terug naar het eten, wat wil je?’
‘Eh… O ja, help me even onthouden dat ik morgen een ontwormingsmiddel voor Yuna haal. En doe maar een tosti, lekker makkelijk.’
‘Tosti?’
‘Ja, of risotto. Of nee doe maar pasta, daar heb ik zin in.’
‘Jezus, liefje. Wat wil je nou?’
‘Maakt niet uit. Kies jij maar.’
Heul vervelend. Vooral voor haar, want mijn hoofd werkt in de stuiterbal modus met alles zo. En dan is het soms knap lastig om met mij te leven, kan ik me zo voorstellen.
Voor mij is het overigens ook lastig. Het is een beetje alsof er een groep van twintig kinderen voor je neus staat en al die kinderen zijn tegen je aan het praten. De één vraagt 300 keer hetzelfde. De ander schreeuwt. Weer een ander laat zich huilend op de grond vallen om vervolgens krijsend met zijn vuisten op de grond te slaan. Weer een ander begint aan je arm te trekken, terwijl een ander kind aan je been hangt. En ondertussen blijven ze allemaal dingen vragen, zeggen en schreeuwen. Dat is hoe mijn hoofd er nu uitziet. Chaos. Complete chaos.
In die chaos gebeuren vaak de mooiste dingen. En ik klink nu waarschijnlijk als iemand die niet helemaal in orde is – met groepen kinderen die in mijn hoofd schreeuwen – maar dat is hoe het werkt. Hoe ik werk. Of eigenlijk hoe mijn hoofd werkt. En ik omdat ik niet beter weet, is dit voor mij – gek genoeg – heel normaal.
Nadine blogt ook via ‘Wat Zij Wil‘