MEDEMBLIK – En voor 2022 zal dit nog hoger gaan uitvallen, zeker nu al duidelijk is geworden dat een enorm gapend gat in de begroting zit, een gat van 7.320.000,- euro, waardoor de financiële situatie van de gemeente Medemblik zeer zorgelijk is geworden. De VVD neemt deze signalen zeer serieus en heeft richting het college en dan vooral richting wethouder Dirk Kuipers die de financiën van de gemeente Medemblik in zijn portefeuille vele vragen gesteld.
Tom Beerepoot(VVD) wil weten welke bedragen er over 2020, 2021, en 2022 in zijn totaliteit aan het sociaal domein is en zal gaan worden uitgegeven. In een reactie zegt de gemeente Medemblik: “2020: € 29.806.000. 2021: We zijn bezig met opstellen van de halfjaarrapportage 2021. Zodra deze gereed is ontvangt de raad hierover een informatienota. Naar verwachting is dit eind september. 2022: De begroting 2022 en meerjarenraming 2023-2025 gaat in september naar de raad daarin zal ook de bijstelling op het sociaal domein staan.” In deze bedragen zijn de personeelskosten niet meegenomen.
Tijdens de informatieavond voor raads- en commissieleden kwam naar voren dat er weer nieuwe tekorten over 2022 zijn maar deze werd niet meegedeeld aan de raads- en commissieleden. Tom Beerepoot: “Waarom werden de nieuwe tekorten, tijdens de informatieavond van 1 juli j.l., niet met de raads- en commissieleden gedeeld ?” Volgens de gemeente Medemblik was op dat moment de berekening van de bijstelling voor de meerjarenbegroting nog niet bekend waardoor de cijfers ook nog niet gedeeld konden worden.
Tom Beerepoot wijst de gemeente Medemblik op het Benchmarkrapport |Jeugdzorg van “it’s Public” van 30 maart 2021 waaruit blijkt dat de gemeente Medemblik tot de 106 gemeenten behoren die over 2019 een tekort van meer dan 45% op de jeugdzorg heeft moeten incasseren. In dit rapport wordt ook bevestigd dat onze buurgemeente Hollands Kroon met haar Incluzio-werkwijze aanzienlijk beter presteert. Beerepoot ziet dan ook het liefst dat de gemeente Medemblik een informatieavond of een thema-avond gaat organiseren voor de raads- en commissieleden die moet gaan over de Incluzio werkwijze. Maar hier ziet het college geen aanleiding voor. Ook ziet de gemeente Medemblik niets in een onderzoek om ook de Incluzio werkwijze te gaan omarmen.
160 vs. 40
De Incluzio werkwijze in Hollands Kroon heeft er voor gezorgd dat het aantal zorgaanbieders in Hollands Kroon van vele honderden naar ± 40 zijn teruggebracht waardoor zij de kosten enorm hebben kunnen beperken, in de gemeente Medemblik zijn ± 160 zorgaanbieders werkzaam. Tom Beerepoot (VVD) wil dan ook dat het college gaat kijken om dit aantal met zeker 2/3e terug te brengen. Maar volgens de gemeente Medemblik kan dit niet omdat zij niet eenzijdig het aantal gecontracteerde aanbieders kan terugbrengen vanwege de samenwerking met de overige gemeenten in West-Friesland. Maar laat het college weten, is zij wel bereid nadrukkelijk dit als aandachtspunt mee te nemen voor de doorontwikkeling van het regionale resultaat gestuurd werken.
De gemiddelde looptijd van de regionale contracten in Westfries verband met zorgaanbieders is 2 jaar met daarnaast een mogelijkheid tot verlenging met 2 jaar, dit kan eenmalig zijn maar ook tweemaal 1 jaar.
Cliënten van buiten onze gemeente die hier hulp vragen
Op de vraag van Tom Beerepoot over het feit dat een deel van de kosten betrekking heeft op cliënten van buiten de gemeente Medemblik die binnen de gemeente Medemblik hulp ontvangen zegt de gemeente Medemblik: “Per 1 januari 2022 gaat het woonplaatsbeginsel wettelijk veranderen. Het nieuwe woonplaatsbeginsel kent als woonplaats van een jeugdige de gemeente waar de jeugdige stond ingeschreven direct voorafgaand aan de zorg met verblijf. Voor ambulante zorg is dat dus de gemeente waar de jeugdige staat ingeschreven. De oorspronkelijke gemeente blijft verantwoordelijk voor een jeugdige waardoor die gemeente gestimuleerd wordt om te investeren in preventie. Iedere gemeente brengt op dit moment de gevolgen in kaart. Het Rijk doet
op basis van het woonplaatsbeginsel een bijstelling in de algemene uitkering. Met andere woorden: een gemeente die dus meer jeugdigen overdraagt aan andere gemeenten, dan dat het jeugdigen krijgt overdragen, ontvangt een lagere bijdrage van het rijk. Wij verwachten meer inzicht te hebben in de loop van Q3 of Q4, afhankelijk van de gegevens die andere gemeenten aanleveren.”
De gemeente Medemblik kan dus geen paal en perk hier aan stellen omdat het nieuwe woonplaatsbeginsel zijn wettelijke bepalingen in de jeugdwet, de gemeente Medemblik kan hierin zelf geen beleid bepalen.
Tom Beerepoot verwijst ook naar de gemeente Hoorn waar het tekort ‘maar’ 22% is, tegenover 50% voor de gemeente Medemblik. Hierover zegt de gemeente Medemblik: “U verwijst waarschijnlijk naar de uitgaven voor jeugdzorg ten opzichte van rijksmiddelen voor Jeugd zoals dat is weergegeven in het door u genoemde Benchmarkrapport van Berenschot. Het beeld in de regio is wisselend. Zo heeft Koggenland 82% tekort volgens deze benchmark, Opmeer 56 % en Enkhuizen 50%. Berenschot concludeert dat kleinere gemeenten gemiddeld een groter tekort hebben. En dat er binnen gemeenten die gezamenlijk aanbesteden ook grote verschillen zijn. Daarover zegt Berenschot het volgende: “Dit geeft indicatie dat het tekort hoogstwaarschijnlijk niet één perfect beleid bestaat dat alle tekorten oplost, maar dat er altijd verschil zal blijven bestaan. En “Het verschil in tekort zal binnen een inkoopcombinatie in grotere mate verklaard worden door ‘kans’ (zware casussen die grotere impact hebben bij kleine gemeenten) en ‘objectieve eigenschappen’ (zoals aanwezigheid van bepaalde doelgroep).”
Binnen de gemeente Medemblik zijn 13 jeugdcliënten die meer dan 100.000 euro per jaar kosten (peildatum 2019). Volgens de gemeente Medemblik gaat het om 1,5% van de kinderen met jeugdhulp, die verantwoordelijk zijn voor 14% van de totale uitgaven (1.8 miljoen euro). 67% van deze kosten zijn volgens de gemeente Medemblik gemaakt op basis van een externe verwijzer.
In een eerder interview met wethouder Dirk Kuipers vertelde deze al over de problemen waar de gemeente Medemblik mee te maken heeft.