MEDEMBLIK – Het is een jaar geleden dat het coronavirus zijn intrede deed in Nederland. Het raakte de hele samenleving, en daarmee ook de gehandicaptensector. De instellingen gingen dicht voor bezoekers, dagbesteding werd stopgezet en werd op zijn best in de woonomgeving van cliënten beperkt voortgezet. Ouders haalden hun kind weer in huis. Contact met cliënten in instellingen werd gelegd vanachter een mond-neusmasker, met handschoenen aan, in de buitenlucht. Whatsapp, Zoom en Teams beleefden gouden tijden.
,,We weten maar weinig van wat er achter de voordeur bij mensen met beperkingen gebeurt. Dat is als zodanig een groot goed. Maar er zijn veel aanwijzingen dat mensen met een verstandelijke beperking en hun naasten zich niet gezien voelden in de coronatijd. En dat ze angst, eenzaamheid, doelloosheid, gebrek aan structuur in hun leven ervaren hebben en nog steeds ervaren,” zegt Henk Nies, Directeur Strategie en Ontwikkeling bij Vilans.
Henk Nies: ,,Mensen die zelfstandig wonen, met beperkte ondersteuning vormen een bijzondere risicogroep omdat hun problemen te gemakkelijk onzichtbaar kunnen blijven voor hulpverleners en instanties. Niet kunnen deelnemen aan maatschappelijke activiteiten, zoals onderwijs en werk tikt dan hard aan. Maar ook weer bij de ouders thuis wonen, is niet altijd een succes. Hier ligt een opgave om met gemeenten, het sociaal domein en de gehandicaptenzorg om na te gaan waar verbetering mogelijk is.”
Afbeelding van Steve Buissinne via Pixabay