MEDEMBLIK – Het leven van Dirk Kuipers, de wethouder van financiën in de gemeente Medemblik, is ook op werkgebied veranderd door het coronavirus. Digitaal vergaderen en bedenken hoe de begroting rond kan worden gemaakt, nemen hedendaags een groot deel van zijn tijd in beslag. Kuipers maakte voor Medemblik Actueel een gaatje vrij in zijn agenda voor een telefonisch interview.
De mensen van het gemeentehuis werken zoveel mogelijk thuis. ‘Dat heeft natuurlijk bepaalde consequenties en dat maakt dat we het op een bepaalde manier drukker hebben’, vertelt de wethouder. ‘De nieuwe wijze van vergaderen en vele telefoontjes tussendoor maken het werk anders. Voorheen liep ik even naar een afdeling om iets te bespreken. Dat kan nu natuurlijk niet meer en dat vergt een andere manier van communiceren. Digitaal vergaderen, bijvoorbeeld met de Raad en de commissie, gaat opvallend goed. Toch gaat er niets boven fysiek vergaderen; elkaar aankijken, lichaamstaal.’
Kiezen tussen twee kwaden
De situatie rondom de ouderen in de verpleeghuizen vindt de wethouder moeilijk. ‘Stel je eens voor dat je in de laatste fase van je leven opgesloten zit en geen bezoek kunt krijgen en wellicht alleen sterft. Dat is afschuwelijk. Door eenzaamheid kunnen mensen ook achteruitgaan en ziek worden. Het is kiezen tussen twee kwaden. Hoe was het geweest als we heel mondjesmaat bezoek hadden toegelaten, zodat ouderen toch familie hadden kunnen zien? Ik vind dat heel lastig. Ik vraag me weleens af of de verzorgingshuizen sluiten heeft opgeleverd wat beoogd was. Dit is een van de vele uitdagingen van de laatste tijd. We zitten in een heel bijzondere situatie. Ik ben zelf 63 jaar oud, maar ik heb nog nooit zoiets meegemaakt als dit. Het voelde de afgelopen tijd alsof het leven een beetje tot stilstand is gekomen.’
Inkomstenkant is minder
De gemeente heeft een bedrag vrijgemaakt voor het ondernemersloket en ze hebben onder andere extra handhavers moeten inhuren. ‘Natuurlijk hebben dit soort zaken hun financiële weerslag. Ook hebben we een budget beschikbaar gesteld van ruim zes ton voor leningen aan verengingen en instanties. Zij zijn belangrijk op maatschappelijk gebied en het is niet de bedoeling dat deze voorzieningen zo onder druk komen, dat ze niet meer kunnen bestaan.’
Niet alleen nu, maar ook later heeft deze coronacrisis gevolgen. ‘Er komt een recessie aan, dat kan niet missen. Aan de ene kant zullen er meer bijstandsgerechtigden bijkomen en aan de andere kant zullen we minder toeristenbelasting ontvangen, de inkomsten uit evenementen zullen uitblijven en havengelden worden minder geïnd. Dit heeft als resultaat dat de inkomstenkant een stuk minder zal zijn. Om me heen hoor ik dat eerder al veel gemeenten er moeite mee hadden om financieel rond te komen. Nu komt deze crisis er ook nog eens bij. Het wordt allemaal niet eenvoudiger. We zullen alle zeilen bijzetten om de begroting voor 2021 sluitend te maken. De Raad zal ook besluiten moeten nemen hoe we de tekorten kunnen oplossen. Dit zal ten koste van iets gaan. We willen de burger zo min mogelijk belasten, dus dan moeten we bijvoorbeeld bezuinigen op subsidies, minder nieuwe investeringen doen of sommige projecten in de ijskast zetten. We kunnen niet uit blijven geven als de portemonnee leeg is. Bij veel gemeenten staat het water aan de lippen. Daarom verwachten we ook wel dat de overheid ons tegemoet komt.’
Grote pluim
‘Ik snap dat er nu iets moet veranderen, want veel beroepsgroepen raken in de knel. De stappen moeten wel geleidelijk aan gaan. We gaan de goede kant op en ik hoop dat mensen hun verstand blijven gebruiken en zich niet te veel vrijheid gaan veroorloven. Doe verstandig, blijf nadenken, houd je aan social distancing. En ik wil benadrukken; een absolute pluim voor alle mensen in de cruciale beroepen. Binnenkort staan er ook weer oudere docenten voor de klas die zich verantwoordelijk voelen. Ik heb daar bewondering voor. Hetzelfde geldt voor de mensen in de zorg. Ik ben van mening dat er meer waardering voor deze groep moet komen, ook na de coronatijd. Niet alleen in de vorm van een applaus, maar ook financieel gezien.’