Een kind van een jaar of 5 schold mij deze week uit voor poepvlieg. Poepvlieg. En ik ben daar al de hele week van onder de indruk.
Nietsvermoedend liep ik met mijn hond langs het schoolplein, waar de kinderen van een kleuterklas buiten aan het spelen waren. Enthousiaste kinderstemmetjes galmden over het plein. En terwijl haast alle kinderen druk aan het spelen waren, stonden er twee jongetjes bij het hek. Ze stonden een serieus gesprek te voeren. Waarover weet ik niet, maar aan de hun blikken te zien, ging het over iets héél belangrijks.
‘Hoi mevrouw,’ zei één van de jongetjes, toen ik langsliep.
Ik glimlachte, ‘hoi.’
‘Is dat uw hond?’
‘Ja, dit is Yuna.’
‘Yuna?’
Ik knikte.
‘Die hond is schattig.’ Hij keek me aan. ‘En u bent een poepvlieg.’
Stomverbaasd keek ik het jongetje aan, die mij zonder een spier te vertrekken aan bleef kijken. Ik liep zwijgend door. Achter mij hoorde ik de jongetjes allebei hard lachen.
En nu ben ik dus al de hele week van slag. Want poepvlieg genoemd worden, gaat je echt niet in de koude kleren zitten. En ik heb geen idee wat dat voor dom gezegde is, maar het is gewoon zo. Ik ben in mijn leven al voor van alles uitgemaakt, maar poepvlieg was nieuw. En dan eerst ook nog zo aardig een gesprekje met me aanknopen, hè. Om me daarna genadeloos in mijn gezicht te slaan. En dat op 5-jarige leeftijd.
Toen ik thuiskwam vertelde ik mijn vriendin over het voorval.
‘Zei hij poepvlieg?’
‘Ja!’
Ze lachte, ‘een poepvlieg met smetvrees.’
‘Dat is niet grappig.’
‘Nee, dit zaakje stinkt.’
‘Flikker eens op.’
‘Stront aan de knikker.’
‘Ik praat niet meer met jou.’
‘Hè, shit.’
Nadine blogt ook op ‘Wat Zij Wil’