Is raadslid zijn leuk? Die vraag krijg ik vaak. Ja, het is leuk. Je moet wel houden van vergaderen, avonden lang. Soms een paar maal per week. En je moet ertegen kunnen dat resultaat ‘even’ kan duren. Als je raadslid wordt met de gedachte dat je vanaf nu direct ‘het verschil gaat maken’, dan raak je teleurgesteld. Elk raadsbesluit is een compromis van verschillende belangen, wettelijke mogelijkheden, financiële ruimte ed. Soms vragen inwoners: ‘Waarom doen jullie het nou niet gewoon zus of zo? Zo simpel is het toch?’ Nee, simpel is het nooit. Simpele beslissingen heeft de raad bijna niet. Die worden dagelijks al genomen door burgemeester en wethouders, of namens hen door de organisatie. Kortom: een raadslid moet een lange adem hebben.
Dit corona tijdperk maakt het ook voor de raad allemaal anders. De wereld die alleen nog via camera’s binnenkomt. Een stuk minder leuk. Ik mis de echte contacten, met bewoners, met collega-raadsleden, met het college, het met een drankje napraten na een heftige avond. Het voelt of een deel van ons werk is ‘geamputeerd’. De sfeer heeft er ook onder te lijden. Politici zijn vaak al beter in ‘zenden’ dan in ‘ontvangen’. Met al het camera-werk wordt dat nog sterker en missen we een echte dialoog.
Dan heb ik het nog niet over de eindeloze aanwezigheidsregistratie, de langdradige stemmingen waarbij alle namen steeds weer moeten worden opgenoemd, de technische storingen, de open microfoons die ongewenste geluiden uit huishoudens doorgeven, het voortdurend aan je volumeknop moeten draaien omdat de een knoerthard doorkomt en de ander onverstaanbaar is. Kortom: voor mij mag dit morgen allemaal voorbij zijn!
Wie vindt dat dit het nieuwe vergadernormaal kan worden spreekt niet namens mij. Ik kan niet wachten tot we elkaar weer gewoon als mensen kunnen ontmoeten. En we de gemeente niet meer hoeven te besturen als een verzameling individuen met een microfoon vanaf hun zolderkamers.
Geert Mos
Fractievoorzitter D66 Medemblik