MIDWOUD – Voormalige naai- en breischool, thans woonhuis , in eclectische stijl gebouwd in het laatste kwart van de 19de eeuw en in grotendeels gave staat verkerend en gesitueerd aan de zuidzijde van de Midwouder Dorpsstraat. Interieur is de oorspronkelijke indeling nog goed bewaard gebleven. In 1875 gaf de Nederlands hervormde kerk opdracht voor de bouw van een naai- en breischool in Midwoud. Vanaf circa 1900 tot 1974 deed het pand dienst als doktershuis (met apotheek). Samen met de aan de overzijde van de Dorpsstraat gelegen panden nummers 24, 19, 17 en 15 vormt het pand een goed bewaard gebleven eenheid van voorname woonhuizen voor notabelen.
Exterieur
Op rechthoekig grondplan gebouwd woonhuis onder schilddak gedekt met nieuwe, zwarte platte Friese pannen. Op beide uiteinden van de nok zijn twee nieuwe vierkante ijzeren schoorstenen geplaatst. In alle dakvlakken bevinden zich moderne dakramen. De voorgevel wordt afgesloten door een daklijst, boven de drie vensterassen versierd met drie bijeengebonden pijlen, en boven de daklijst een overkragende geprofileerde kroonlijst, die op de hoeken de vorm volgt van de achthoekige bekroning van de hoekpilasters. Boven eenvoudig geprofileerde daklijsten rusten de bakgoten aan de achtergevel en de zijgevels op eenvoudige ijzeren steunen.
De voorgevel (noordkant) is opgetrokken uit bruinrode baksteen deels in staand verband (de iets risalerende middentravee), deels in kruisverband. De gevel wordt ter hoogte van de eerste verdieping horizontaal geleed door een brede, gepleisterde en rijk geprofileerde cordonlijst. Boven de drie ramen is de cordonlijst versierd met acanthusbladeren. De risalering van de middentravee zorgt voor verticale geleding evenals de beëindiging van de gevel op de linker- en rechterhoek in de vorm van ronde hoekpilasters (met groeven om blokken te suggereren). Deze pilasters gaan ter hoogte van de verdieping over in achthoekige vorm. Boven een gecementeerde plint bevindt zich onder het raam in de middentravee een witgepleisterd veld met geometrische motieven. De originele zesruits schuiframen in de linker- en rechtertravee zijn van voorzetbeglazing voorzien, de schuiframen in de middentravee niet: deze kunnen nog steeds opengeschoven worden. Alle bovenlichten hebben eenvoudig snijwerk in de hoeken. De ramen op de begane grond zijn iets getoogd en hebben in geel en paarsrode steen uitgevoerde segmentbogen met gepleisterde diamantkopvormige aanzetstenen. De bovenramen hebben met uitzondering van het bovenraam in de middentravee in geel en paarsrode steen uitgevoerde strekse bogen met gepleisterde sluitstenen en dito dunne wenkbrauwen. Het kozijn van het bovenraam in de middentravee is rijk uitgevoerd met snijwerk: de consoles die een segmentvormig fronton dragen eindigen in acanthusbladeren. Het fronton wordt bekroond door versiering met weelderig gesneden acanthusbladeren. De houten lekdorpel rust op gesneden consoles. Alle andere ramen zijn ook voorzien van houten lekdorpels.
In het midden van de met bruinrode steen in kruisverband boven een gepleisterde plint opgemetselde linkerzijgevel (oostkant) is een niet-originele voordeur geplaatst onder strekse boog. De gevel wordt geleed door een horizontale, geprofileerde cordonlijst en beëindigd door een hoekpilaster met blokmotief (onder) en een achthoekige vorm (boven) bij de voorgevel. Ter hoogte van de bovenverdieping bevindt zich links en rechts in de zijgevel een origineel iets getoogd zesruits schuifraam, deels van voorzetbeglazing voorzien. De in geel en paarsrode steen uitgevoerde bogen vallen deels weg achter de daklijst.
In de rechterzijgevel (westkant), met bruinrode steen opgemetseld in kruisverband boven een gepleisterde plint, bevinden zich symmetrisch verdeeld over de gevel zes oorspronkelijke zesruits schuifvensters, deels van voorzetbeglazing voorzien. De ramen op de begane grond zijn iets getoogd en hebben in geel en paarsrode steen uitgevoerde segmentbogen, de ramen ter hoogte van de bovenverdieping hebben in geel en paarsrode steen uitgevoerde bogen die deels wegvallen achter de daklijst. In de plint bevinden zich een klein kelderraam met roede en meerdere ontluchtings openingen. De gevel wordt geleed door een horizontale, geprofileerde cordonlijst en beëindigd door een hoekpilaster met blokmotief (onder) en een achthoekige vorm (boven) bij de voorgevel.
Tegen de achtergevel (zuidkant) is rechts een kleine, platgedekte aanbouw met in de drie gevels respectievelijk een rondvenster met roeden, een oud vierruits raampje en een houten deur. In de achtergevel, met bruinrode steen opgemetseld in kruisverband boven een gepleisterde plint, bevinden zich vier oorspronkelijke zesruits schuifvensters, deels van voorzetbeglazing voorzien. Tussen de bovenramen en de ramen op de begane grond is het metselwerk afgestreken met cement, waarschijnlijk om de scheuren in het muurwerk te verhullen. Boven de aanbouw een rondvenster met roeden bezet met rood, blauw en geel gekleurd glas
Interieur
In het interieur zijn enkele authentieke elementen bewaard gebleven. In de gang achter de voordeur is de met 3 kathedraalglas bezette deur naar de keuken voorzien van een geprofileerd kozijn waarvan de staanders zijn uitgevoerd met eenvoudige kapitelen. Boven het kalf is het halfronde bovenlicht eveneens bezet met kathedraalglas. Vrijwel alle deuren en een aantal kastdeuren in het pand zijn originele paneeldeuren in geprofileerde kozijnen. In het voorvertrek, waar de vroegere tussenwand met schuifdeuren verwijderd is, is een deels oorspronkelijke schouw met een houten boezem voorzien van fraai snijwerk. Ook in de achterkamer op de verdieping bevindt zich een vermoedelijk geheel oorspronkelijke schouw met een houten schoorsteenmantel met rijk gesneden ornamenten en een boezem voorzien van stuukwerk profileringen. Het plafond in deze kamer en in enkele andere vertrekken op de verdieping bestaat uit kraaldelen. Op de overloop zijn de trappalen en balusters van de steektrap origineel. De wanden van de overloop zijn beschoten met brede houten planken. In de voorkamer op de verdieping is de oorspronkelijke bedstede voorzien van nieuwe deuren. Op de zolderverdieping zijn behalve de balken van de houten kapconstructie geen authentieke elementen bewaard. Het dakbeschot is geheel vernieuwd.
Bijgebouw
Het vrijstaande gebouw achter de aanbouw is vermoedelijk ooit koetshuis geweest. Het bezit geen monumentale waarde meer en valt derhalve buiten de bescherming.
Waardering
De voormalige naai- en breischool is van architectuurhistorische en cultuurhistorische waarde als een grotendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een voornaam pand in eclectische stijl uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Het object heeft ensemblewaarde doordat het samen met de panden nummers 24, 19, 17 en 15 herinnert aan de oorspronkelijke, voorname bebouwing van dit deel van de Midwouder Dorpsstraat. Genoemde panden vormen samen een gaaf bewaard 19de-eeuws dorpsbeeld van Midwoud.
Het pand is beeldbepalend gelegen naast de Nederlands hervormde kerk. De Nederlands hervormde gemeente was destijds de bouwheer. Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen krachtens bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
[signoff]