Vorige week zaterdag was het zover: het theaterconcert waar mijn vader maandenlang keihard voor heeft gewerkt. En terwijl ik plaatsnam in de uitverkochte zaal, was ik ontzettend trots op hem. Toen hij een paar nummers later van het podium afstapte om voor mij te zingen, voelde ik me even weer het kleine meisje dat vol trots naar haar vader keek, als hij in de woonkamer stond te zingen. Dat, en ongemak. Want in mijn ooghoek zag ik iedereen naar ons kijken, terwijl ik mijn uiterste best deed om mijn onderlip onder controle te houden. Tot overmaat van ramp zat er ook nog een fotograaf naast ons op de grond die dit emotionele moment probeerde vast te leggen. En het laatste wat ik wilde is gezellig met mijn scheefgetrokken onderlip op de foto staan.
Maar dat gebeurde dus wel.
Onderweg naar huis realiseerde ik mij dat sommige dingen veranderen, terwijl het gevoel hetzelfde blijft. Want toen ik, een jongedame die eerder die dag uitgemaakt was voor volwassen (bleh!), daar zat, voelde het even alsof de tijd had stilgestaan. Ik was zó ongelooflijk trots op mijn papa.
En als kind is dat normaal, denk ik, dat je opkijkt tegen je ouders. Ik deed dat wel. Mijn ouders waren de beste ouders die er waren. Ze waren mijn superhelden. En ik was altijd supertrots dat zij mijn ouders waren. Als je ouder wordt, kom je er pas achter dat je ouders ook maar gewoon mensen zijn. Geen superhelden. En ik herinner me nog dat ik dat lastig vond, want het laatste wat je wil is dat je ouders van hun voetstuk vallen. Maar vroeg of laat gebeurt dat, omdat ze nu eenmaal mensen zijn. En mensen maken fouten.
Maar die avond was ik weer even het kleine meisje en mijn vader mijn held. Ik was apetrots. Want hij stond daar met een lach en een traan te genieten van een avond waar hij al jaren van droomde. Zijn avond. Een avond vol muziek en emoties. En het was mooi om hem zo te zien, kwetsbaar en gelukkig, als een ware held.
Nadine blogt ook via ‘Wat Zij Wil‘